Aan de Zuidweg, even ten zuiden van de dorpskern van Naaldwijk, is een groot aantal sporen en vondsten uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen te voorschijn gekomen. De onderzoekslocatie ligt op een steenworp afstand van de opgravingen van Jan Hendrik Holwerda, die in de jaren 30 van de vorige eeuw al uitgebreid onderzoek deed naar de restanten van wat hij dacht een inheems-Romeinse nederzetting. Holwerda’s vermoedens klopten gedeeltelijk, want na een inheems-Romeinse fase ontstond tegen het einde van de 2de eeuw een nederzetting die zich nauwelijks laat vergelijken met andere Romeinse vindplaatsen uit de regio. Hoewel de aanwijzingen zich opstapelen dat zich ergens in de directe omgeving een steunpunt van de Romeinse vloot (de Classis Germanica Pia Fidelis) moet hebben bevonden, is de verwachting van Romeinse militaire aanwezigheid in de nederzetting maar ten dele uitgekomen. Het relatief kleine onderzochte oppervlak is slechts een kijkgat gebleken in een complexe nederzetting, waarvan de lay-out zich nog het meest laat vergelijken met die van een Romeinse vicus. Uit de sporen uit de Vroege-Middeleeuwen, destijds door Holwerda als “Frankisch” bestempeld, konden de plattegronden van tenminste twee boerderijen worden gereconstrueerd.