Synthetische kleurstoffen als beits op hout : onderzoek naar de ontkleuring van beitsen van synthetische kleurstoffen op hout in combinatie met de verkleuring van het hout
Verwijder uit selectie
Voeg toe aan selectie
Titel
Synthetische kleurstoffen als beits op hout : onderzoek naar de ontkleuring van beitsen van synthetische kleurstoffen op hout in combinatie met de verkleuring van het hout
Dit onderzoek richt zich op vroeg-synthetische kleurstoffen gebruikt als beits op hout. Deze beitsen werden onder andere gebruikt op meubels van de ‘Amsterdamse School’, een kunststroming die ontstond in 1910 en haar oorsprong had in de architectuur. Deze beitsen blijken vaak een slechte lichtechtheid te hebben, ze verbleken. Het meeste onderzoek naar vroeg-synthetische kleurstoffen is gericht op de toepassing ervan op textiel. De toepassing van deze kleurstoffen op hout is recent onderzocht door Maarten van Bommel en Enrica Fantini in het kader van een onderzoeksproject naar vroeg-synthetische kleurstoffen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Er zijn historische recepten onderzocht om tot een standaard recept te komen, daarnaast zijn er reconstructies gemaakt om te onderzoeken hoe de originele kleur van dergelijke beitsen geweest moet zijn. Dit onderzoek richt zich op de veroudering de vroeg-synthetische, basische kleurstoffen methylviolet en diamantgroen G en de zure kleurstoffen ponceau 2R en nigrosine. Om een beeld te creëren van de veroudering van deze beitsen op hout zijn er reconstructies gemaakt die versneld zijn verouderd. Van de kleurstoffen die getest zijn is bekent dat Pieter (Piet) Lodewijk Kramer, een belangrijke ontwerper van de Amsterdamse School, ze heeft gebruikt. Deze beitsen zijn toegepast op drie verschillende substraten: eiken, iepen en papier (cellulose filter) en hebben afwerkingen van schellak en was. Eiken en iepen zijn gebruikt als fineer op de meubels van Kramer. De reconstructies zijn verouderd onder invloed van licht in de xenotest en onder invloed van een hoge temperatuur en een wisselende relatieve luchtvochtigheid in een klimaatkast. Bij het beitsen van hout is er een bepaalde mate van transparantie. Daarom is de verkleuring van het hout ook een belangrijk onderdeel van dit onderzoek. De resultaten van deze verouderingstests zijn visueel beoordeeld en er zijn kleurmetingen uitgevoerd in Photoshop. Tot slot wordt het kleurgebruik van Kramer onderzocht. De resultaten van de veroudering van reconstructies onder invloed van licht laten zien dat de basische kleurstoffen het snelst verbleken. De resultaten kunnen worden uitgedrukt in ‘museumjaar’ (verlichtingssterkte: 200 lux). Na 20 museumjaar is de kleur van de beitsen van de basische kleurstoffen geheel verdwenen. Na 5 museumjaar overheerst de kleur van het hout. Ponceau 2R verbleekt minder snel; de kleur van de beits is na 80 museumjaar nog niet geheel verdwenen. Nigrosine verbleekt nauwelijks na 80 museumjaar. De verschillende substraten en afwerkingen hebben weinig effect op het verbleken van de kleur. De resultaten van de veroudering van de reconstructies in de klimaatkamer laten zien dat de beitsen ook in het donker kunnen verkleuren. De kleuren worden donkerder en op eiken vergrauwen de kleuren. Op iepen worden de kleuren minder intens. Diamantgroen G is een uitzondering; het ontkleurt op iepen en papier. De testen laten zien dat de beitsen op basis van basische kleurstoffen het snelst verbleken en dat kleuren van de beitsen ook in het donker kunnen veranderen. Dit laat zien dat de kleur op plekken van het meubel die afgeschermd zijn van het licht kunnen veranderen en daarmee niet de originele kleur van het object representeren.
Annotatie
Met samenvatting in het Nederlands With summary in English Met lit. opg Afstudeerscriptie Conservering en Restauratie van Cultureel Erfgoed, Hout en Meubelen, Universiteit van Amsterdam, 2013