Deze publicatie is geschreven op initiatief van voormalig rijksbouwmeester Jo Coenen uit bezorgdheid over de achteloze omgang met naoorlogse architectuur. Het boek bevat een grote hoeveelheid artikelen en onderwerpen rond de keuzeprocessen ten aanzien van vervanging of aanpassing van recente gebouwen, over het actuele architectuurbeleid en -onderwijs, instrumenten, kansen en bedreigingen én visies van buiten. Het boek bevat ook een voordracht van zestien ‘inspirerende gebouwen’ van de Rijksgebouwendienst, uit de periode 1950 – 2000.
Lees verder
Architectonisch waardevolle werken van naoorlogse bouwkunst worden bedreigd omdat ze vanuit monumentenzorg niet beschermd kunnen worden (50-jaren grens) en deze onbeschermde `meesterwerken' die hun eerste bestemming achter de rug hebben, worden te vaak vervangen door praktische, multifunctionele nieuwbouw.
Ingegaan wordt ook op het onvermogen om gebouwen die hun oorspronkelijke functie hebben verloren op een intelligente en creatieve wijze een nieuwe bestemming te geven. Bovendien maken wetten en regels op vrijwel elk gebied, de brandveiligheid, het milieu, de arbeidsomstandigheden, de volkshuisvesting, het functioneel behouden van bestaande bouwwerken tot een bijna onmogelijke opgave.
Praktijkvoorbeelden
Het boek geeft geen concrete praktijkvoorbeelden van herbestemde gebouwen. Wel veel namen van panden die gesloopt, bedreigd of gered zijn.
De zestien ‘inspirerende ‘rijksgebouwen’ (1950-2000) zijn:
• Paleis van Justitie, Arnhem
• Ministerie LNV, Den Haag
• Kantongerecht Hilversum
• Vincent van Goghmuseum, Amsterdam
• Rechtbank, Zwolle
• Kantoor Belastingdienst, Leeuwarden
• Kantongerecht, Tilburg
• Uitbreiding Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo
• Rechtbank Parnas, Amsterdam
• Koninklijke Bibliotheek, Den haag
• Nationaal Archief, Den Haag
• Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag
• Voormalig ministerie van OCW, Zoetermeer
• ROB, Amersfoort
• Penitentiaire inrichting De Schie, Rotterdam
• Ministerie van SoZa