BOORbalans : bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van het Maasmondgebied; 4
ISBN
9080026441
Samenvatting
De oudste sluizen en schepen van Rotterdam onderzocht: In deze boorbalans wordt uitgebreid aandacht besteed aan de spectaculaire vondst van twee opeenvolgende 13de-eeuwse houten sluizen, die
tijdens het onderzoek in de Willemsspoortunnel zijn gedocumenteerd. De vondst is van groot belang, omdat over de constructie en ontwikkeling van middeleeuwse sluizen in binnen- en buitenland
maar weinig bekend is. Uit het archeologisch onderzoek van de oudste Rotterdamse sluizen blijkt dat deze voor een belangrijk deel vervaardigd zijn uit hergebruikt scheepshout, afkomstig van
twee forse vrachtschepen, een soort rijnaken. De scheepstechnische aspecten van het sluizenonderzoek, maar ook de vondst van een 13de-eeuwse punter en fragment van een kogge-achtig vaartuig in
en onder de dam, worden in een afzonderlijk hoofdstuk besproken. Het onderzoek is uitgevoerd door het BOOR in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Scheeps- en Onderwaterarcheologie.
Het beeld van de middeleeuwse sluizen op basis van de opgegraven resten wordt geconfronteerd en aangevuld met de resultaten van archiefonderzoek. Aan de hand van geschreven bronnen (waaronder
sluisbestekken uit de 15de en 16de eeuw) uit het archief van het Hoogheemraadschap Schieland is de (bouw)geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling van het sluizencomplex aan de Hoogstraat
beschreven en komt de rol van het hoogheemraadschap bij het onderhoud en het beheer van de sluizen in het verleden naar voren. Watermanagement in middeleeuws Rotterdam: Rotterdam is ontstaan nabij een dam in de Rotte, die rond 1270 is aangelegd. De Rotte is oorspronkelijk een veenriviertje, dat zorgde voor een
natuurlijke afwatering van het omliggende gebied op de Nieuwe Maas. Langs de Rotte werd al in de prehistorie, Romeinse tijd en in de 9de/12de eeuw gewoond, zo blijkt uit het archeologisch
onderzoek in de spoortunnel. Overstromingen in de 12de eeuw waren een belangrijke aanleiding voor de bouw van dijken langs de Nieuwe Maas. De dam in de Rotte vormde het sluitstuk van deze
bedijking, waarop men direct na de aanleg is gaan wonen. Op beide oevers van de Rotte hebben in het prille begin van de stad een of meerdere sluizen gelegen, die opgebouwd waren uit een reeks
gebinten, waartegen houten planken waren bevestigd. De sluizen bezaten een deur die zelfstandig opende en sloot op de werking van het getijde. Een sluis voor het schutten van schepen bestond
er in die tijd nog niet. Pas rond 1340 wordt een schutsluis in de Delftsevaart aangelegd. Voor die tijd konden kleine schepen van de uitwateringssluizen in de Rotte-dam gebruik maken.